Mheer
Deze site is van en voor Mheer.

In Mheer staan tradities en folklore hoog in het vaandel.
Op deze site krijgt u een indruk van het dorpsleven en de verenigingen.
U kunt 10 duizenden foto's van evenementen bekijken in de fotoalbums, veel plezier!

Mheer (Limburgs: Maer) is een dorp in Nederlands Zuid-Limburg, net ten noorden van de Belgische grens. Op 1 januari 2020 telde het dorp 870 inwoners.

Tot 1982 was Mheer een zelfstandige gemeente. Daarna maakte het deel uit van de toenmalige gemeente Margraten. Vanaf 1 januari 2011 is het een onderdeel van de gemeente Eijsden-Margraten.

In het wapen van voormalige gemeente Mheer staan de volgende familiewapens: 3 zilveren zwanen van 'Van Mere', gouden en blauwe verticale balken van 'Van Libeek', 9 schelpen van 'Van Imstenraedt' en de kram van 'De Loë' (de huidige bewoners van kasteel Mheer).

Ontstaan

Mheer is ontstaan op een plateau tussen twee omvangrijke droogdaluitlopers. Aan de zuidzijde gaat het plateau via een korte, relatief steile helling over in een droogdal, waarin de watergang Horstergrub met het Hoogbos is gelegen.
Aan de noordzijde is de helling van het plateau langer en minder steil. Dit plateau maakt deel uit van een groter plateau: het Plateau van Margraten.

Archeologische vondsten tonen bewoning van dit gebied aan vóór onze jaartelling. Wanneer het huidige dorp Mheer precies is ontstaan, is niet duidelijk. Voor het eerst wordt melding gemaakt van dit kerkdorp in de 11e eeuw. Ontginning van het gebied geschiedde vanuit 's-Gravenvoeren.

Op de hoogste plek van de omgeving werd een kasteel gebouwd, behorend tot het Graafschap Dalhem. Er ontstonden twee dorpskernen, een ten noorden en een ten zuiden van het kasteel. In 1564 werd Mheer een zelfstandige heerlijkheid.

De parochie Mheer is ontstaan uit het moederdorp 's-Gravenvoeren. In 1628 werd een kapel gesticht, welke in 1658 werd verheven tot parochiekerk: De Sint-Lambertuskerk van Mheer kreeg namelijk het recht van "het eerste en laatste sacrament" (doop en begrafenis) toegekend, hetgeen in de praktijk neerkwam op erkenning van Mheer als zelfstandige parochie.

Bebouwing

Het dorpsgebied van Mheer bestaat feitelijk uit een noordelijke en een zuidelijke kern (respectievelijk 'Boven-' en 'Onder-Mheer') met daartussen het grondgebied van het kasteel Mheer en de parochiekerk.
De kasteelplaats en de kerk nemen van oudsher een dominante positie in. De oude dorpsbebouwing heeft zich mede als gevolg van het grootgrondbezit van de kasteelheren van Mheer (ten westen en oosten van het kasteel) in het noorden geconcentreerd bij de put op de kruising van de Duivenstraat met de Rondelenstraat en de Leemstraat.

Ten zuiden van het kasteel heeft zich het andere deel van Mheer ontwikkeld, in het dal waar Stallestraat, Steegstraat en Papenweg uitlopen op de Dorpsstraat. Het noordelijk deel van het dorp, rond de Bovenste Hof, is altijd extensiever bebouwd geweest dan het zuidelijk deel, waar het Schepenhuis was gelegen.

De weg van Sint Geertruid naar Noorbeek heeft oorspronkelijk tussen kerk en kasteel gelopen op de plaats van de huidige droge gracht. Dit is onder andere op te maken uit de positie van de naastgelegen hoeven in de Duivenstraat en het feit dat de voorgangster van de huidige kerk met de ingang naar het kasteel was gericht.

Voor de agrarische en burgerbouw in het noordelijk en zuidelijk deel van Mheer vormde de ontwikkeling in de 18e eeuw de aanzet. Deze ontwikkeling, in de vorm van verdichting langs de oude straatpatronen, ging door tot in de jaren zestig van de 20e eeuw. Toen begon men met het ontwikkelen van het gebied Jonge Hagen (tegenover de kerk), met voornamelijk vrijstaande woningen.